EIGEN ONDERZOEK: vader J.J. Kalk.                                                                       

 

Eerste week: vermissing van Sandra Kalk.

 

Maandag 27 juli 1998:

 

Ik zou Sandra ophalen om 9 uur bij haar woning te Martenshoek om haar broer te bezoeken.  Sandra was niet thuis.

Wat voor mij heel erg vreemd was, daar Sandra normaal gesproken altijd klaar staat. Kloppen op de deur en het raam maar geen

gehoor en niets te zien.  Ik en mijn vriendin zijn alleen naar haar broer gegaan. Om half 1 terug bij haar woning. Ook nu was zij niet thuis.

Toen werd ik pas echt ongerust.  Ik ben gelijk naar Sandra haar vriendin gegaan.  Zij had haar niet gezien sinds

zaterdagavond.  Vervolgens gingen wij beiden zoeken naar Sandra. Volgens meerdere vriendinnen had Sandra een afspraak met H.A..

 

Al haar vrienden en vriendinnen werden opgezocht. G.G. verklaarde Sandra weken niet  gezien te hebben. (Dit blijkt niet te kloppen. 

Hij had Sandra zondagavond 26 juli 1998 nog gezien.) Naar Pieter de Hoogstraat/ A. van Ostadestraat/ J.Vermeerstraat gereden.

Kijken of de vrienden van G.G. thuis waren. Namelijk H.A. en M.H.  Zij waren niet thuis.  

 

Samen zijn wij de hele middag gaan zoeken. Een andere vriendin van Sandra heeft bevestigd dat Sandra een afspraak had met H.A. Zij heeft

Sandra zaterdagavond 25 juli 1998 voor het laatst gezien. Tevens vertelde zei: dat Sandra zondagavond rond 19.00 uur niet thuis was.

Waar Sandra zou zijn wist zij niet. Bij ons thuis vertelde Sandra  mij, donderdagavond 23 juli, mij: dat zij verliefd was op een Turkse jongen.

Als vader was ik hier niet mee eens.

 

Verder zoekend naar vrienden kwamen wij  terug bij H.A. zijn woning. Niemand thuis. Hij bezit een grijze BMW 5 serie met sportwielen

volgens haar vriendin.  Hoogezand en Sappemeer doorgereden op zoek naar de BMW. Niet gevonden.

 

Om tien uur in de avond weer naar haar woning gereden. Niet thuis. De huurbaas gebeld om te vragen naar Sandra haar sleutel van de woning.

In de woning lag Sandra haar spullen al klaar wat zij nodig had die ochtend. Licht in de doucheruimte was aan en haar kat ‘Fritzie’ was heel wild.

Alles achter gelaten zoals het was. Nog gezocht naar de BMW maar tevergeefs.

 

 

 

 

 

 

 

Dinsdag 28 juli 1998:

 

Uiteraard zeer slecht geslapen en om 8 uur stond ik weer bij haar woning. Sandra was nog niet thuis. Sandra heb ik als vermist opgegeven

bij de politie. Volgens de politie was dit te vroeg. Ik heb de politie moeten overtuigen dat Sandra niet zo maar weg blijft.  En mijn ongerustheid

verteld mij dat er meer aan de hand is dan alleen maar een vermissing. De politie kwam om halftien bij haar woning kijken. De agenten konden

niets ernstig waarnemen. Sandra haar identiteitskaart heb ik meegenomen uit de woning. Ik zelf ben verder gaan zoeken met Sandra haar foto

op zak. Mensen van de van Ostadestraat hebben Sandra zondagavond rond 19.00 uur alleen zien lopen.  Toen wist ik waar Sandra zondagavond

is geweest. Sandra is bij haar vrienden op de J.Vermeerstraat geweest tot ongeveer 22.15 uur. G.G was ook aanwezig. Met deze informatie ben

ik naar het politiebureau te Hoogezand gegaan. De politie kon verder niets ondernemen. 

 

Sandra haar vriendin opgehaald. Verder zoeken op plekken waar zij mogelijk is geweest. Je kunt het haast vergelijken met een buurtonderzoek. 

Lopend haar route afgelegd zoals zij die altijd zou lopen volgens haar vriendin. Eigenaar van een cafetaria aan de Hoofdstraat te Hoogezand

verklaarde Sandra gezien te hebben bij de afsluiting van de cafetaria. Dit zou rond 23.00 uur zijn geweest. Sandra liep richting Sappemeer in

plaats van terug naar huis. Met deze informatie terug gegaan naar het politiebureau. Agenten vertelden mij H.A. thuis te hebben aangetroffen.

Hij deed vreemd en liet de politie niet binnen. Later troffen wij de grijze BMW op de Meint Veningastraat aan bij een koffieshop.

(De eigenaar van de BMW H.A. verklaarde in het dossier: geen gebruikt te hebben gemaakt van de auto in de week van de vermissing van Sandra.)

 

Vroeg in de avond ben ik samen met mijn vader naar het politiebureau te Hoogezand gegaan om actie te vragen van de politie. 

Na een paar uur praten heeft de politie haar op de internationale telex gezet. Misschien is Sandra ontvoerd? 

 

Politie heeft  bij de koffieshop geďnformeerd of H.A. aanwezig was en met zijn BMW. Rond het tijdstip van 22.30 uur stond inderdaad de BMW

bij de koffieshop en reed net weg. Op afstand volgde wij hem richting Sappemeer.  Bij de apotheek rechtsaf richting boswijk naar de woning

van G.G.  Wij zijn toen naar huis gereden.

 

Thuis aangekomen vertelde mijn vriendin. Dat Sandra haar vriendin net heeft gebeld. De BMW stond voor haar woning. Met driepersonen.

H.A – G.G. – M.H.  Alle drie stonden zij voor haar woning te schreeuwen. De koplampen van de auto gericht op de voordeur.

Sandra haar vriendin en haar vriend deden als of dat zij niet thuis waren.  Uiteindelijk vluchten zij naar de achterburen van angst.

Politie werd gebeld en is niet gekomen. Geheel overstuur trof ik iedereen aan. 

 

 

 

 

 

 

 

Woensdag 29 juli 1998:

 

Negen uur terug naar Sandra haar woning. Niets.  Brieven gevonden op haar tafel in de woonkamer.  Rond elf uur gereden

naar de A.van Ostadestraat.  In de buurt ben ik gaan vragen of iemand Sandra had gezien.  Een bewoner van de staat vertelde

dat H.A. zich vreemd gedroeg de laatste paar dagen. De BMW heeft hij maandag 27 juli schoongemaakt en daarbij zou hij niet thuis

geweest zijn. Ik was in het gesprek met de bewoners voor aan de portiek. Op eens verscheen H.A. op het balkon. En zei: wat moet je?

Ik vroeg waar is Sandra. Hij zei: ik ken geen Sandra. Ik antwoordde hem: je moet niet zo raar doen. Hij begon te schelden en dreigde

naar beneden te komen.  De bewoners zeiden tegen mij dat ik mij rustig moest houden, want hij stond bekend als gewelddadig.

(Vreemd vond ik het dat hij mij gelijk herkende)

 

Naar aanwijzingen van mensen moesten wij het gaan zoeken in een bosperceel aan de Rijksweg te Kolham. Want hier zouden gestolen

spullen bewaard worden door criminelen.  Mijn zoon en ik zijn daar vervolgens gaan kijken. Het regende die dag behoorlijk en vertrokken weer.

Mijn zoon afgezet bij de zaak en ik ben naar het politiebureau gegaan. Hier vertelde ik van de woordenwisseling met H.A. 

De politie wist het al. Want H.A. wou een klacht tegen mij indienen voor bedreiging. H.A. had gisteren eveneens naar het politiebureau gebeld

met het verhaal dat Sandra thuis zou zijn. Hij heeft gebeld met de vader van Sandra.  Want zijn vriendin heet eveneens Sandra Z. 

De politie vertelde mij dat H.A. wel degelijk wist waar het uiteindelijk om ging.

 

In overleg met de politie wou ik de media in schakelen. Politie vond dit geen goed idee.  Ik wou niet langer wachten tot de politie iets ging doen. 

Al woonde mijn dochter zelfstandig dit was niets voor haar om weg te blijven.   

 

TV Noord, een lokale televisie zender, belde mij.  De lokale radio zender wou donderdag middag een rechtstreekse verslag doen

over de vermissing van Sandra. Tevens kwam er een tv uitzending met de oproep: wie heeft Sandra gezien.

 

 

 

 

 

 

 

 

Donderdag 30 juli 1998:

 

Sandra haar vriendin opgehaald. Zij wou graag in de woning van Sandra kijken. Misschien mist Sandra spullen in haar woning.

En maar hopen op een eventuele aanknoping.

Sandra haar make-up spullen waren weg. Terwijl Sandra die altijd uitstalde op een plankje. Er moet dus iemand in huis geweest zijn. 

Sporen van inbraak was er niet. (Sandra haar woningsleutel is tevens nooit gevonden.)

 

De mensen van de Radio Noord kwamen langs. Rechtstreeks uitzending over de vermissing van mijn dochter. Later werd er een tv

opname gemaakt.  Sandra is sinds zondagavond 26 juli 1998 niet meer gezien.

 

In haar woning vond ik brieven geschreven op 23 en 24 juli 1998 door Sandra. In haar brief van 23 juli 1998 schreef Sandra:

* Vandaag was ik vroeg wakken en middag kwam ik M.H. tegen nog even een sigaret gerookt. Vanavond ben ik met G.G. naar H.A. gegaan

en ik ben net weer thuis en het is bijna half drie.  H.A. is in slaap gevallen en G.G. wou mij daar alleen laten. Dus niet.

Maar ja dat komt nog wel. In de brief van 24 juli 1998 schreef Sandra:

* Het is nou vrijdag. Ik ga naar G.G. op bezoek. Vanmiddag komt een vriendin op bezoek.

 

Kopieën van de brieven heb ik naar het politiebureau gebracht. Naar mijn mening zijn dit toch aanwijzingen waar Sandra contact mee heeft

gehad voor haar vermissing.

 

Verklaringen kwamen binnen dat Sandra dinsdagmiddag in het winkelcentrum Gorecht gezien zou zijn. Hoe kan dat nou dacht ik. 

En ik wist even niet wat hier mee aan moest.

Politie heeft haar woning vandaag vergrendeld. Ik had daar een matras in haar woning omgekeerd. Deze zat vol met vlekken/spatten 

en je vreest het ergste. Mijn vermoeden is gelijk bloed. De technische dienst komt morgen voor sporen onderzoek.

 

Alle verhalen die wij maar te horen gekregen zijn wij gaan onderzoeken. Met veel verschillende mensen gepraat. Wie en waar precies

heeft iemand Sandra gezien. Een posteractie werd door haar vrienden georganiseerd en verspreid door Hoogezand.

 

 

 

 

 

 

 

Vrijdag 31 juli 1998:

 

De politie belde mij met de vraag:  wat voor kleren had Sandra aan. Zo goed als ik kon alles doorgegeven.  De politie

vroeg later ook naar haar schoenen.  Haar vriendin had dezelfde schoenen. Deze schoenen  heb ik naar het politiebureau gebracht.

Ik was op de zaak en moest terug komen op het politiebureau te Hoogezand.

 

Hier werd ik verschrikkelijk geconfronteerd met het feit dat Sandra door een ernstig misdrijf om het leven is gebracht.

 

Je leven staat stil. Woede, tranen, machteloosheid en van alles ging er door mij heen. Dit is niet in woorden te beschrijven. 

Woede naar de politie waarom hebben jullie niets gedaan.  Waarom, waarom, waarom….  is gelijk mijn vraag.

 

Naar aanleiding van de tv uitzending op TV Noord donderdagavond kwam er een tip binnen bij de politie.  Via deze tip is

Sandra gevonden in het bosperceel te Kolham waar ik en mijn zoon woensdagmiddag gekeken hebben. Ik moet er niet aan denken

Sandra misschien aangetroffen te hebben.

 

De hele familie kwam bijeen op het politiebureau te Hoogezand. Mijn zoon Christiaan was nog niet op de hoogte van Sandra haar dood. 

Het nieuws werd hem verteld door twee agenten en op dat moment komen wij allen bij elkaar. Heel erg emotioneel was het voor iedereen.

Je gevoelens drukt zich in de eerste plaatst uit met veel tranen van verdriet.

 

De familie heeft ons in de avonduren gesteund.